Vandaag gaan procureur en gekleurde wortelen op date. Op het begin was ik sceptisch over deze combinatie. Groenten zijn sowieso niet echt mijn ding, laat staan wortelen. Toch besloten we dit recept thuis uit te proberen. Mijn sceptische houding verdween al snel toen ik de eerste hap nam. Wat was het lekker! In een mum van tijd was mijn bord schoon.

Het zachte vlees van de procureur en de stevige bite van de wortelen is een lekker tegenstrijdige combinatie. Tegenpolen trekken elkaar aan, zeggen ze dan ook. Doordat de stukjes deels worden gebakken in honing zijn ze lekker ‘sticky’. Wat het hele gerecht afmaakte was een scheutje hoisinsaus en wat lente-ui, met tot slot wat krokante aardappelpartjes.

Het vlees op zijn best

Om het gerecht tot z’n (ge)recht te laten komen is het belangrijkste om het vlees mals te krijgen. Dit doet u door de procureur langzaam en niet té heet te braden. Houd er wel rekening mee dat u het vlees pas gaat braden als het op kamertemperatuur is, dus niet als het net uit de koelkast komt. Hierdoor krijg het vlees een klap door het temperatuurverschil. Als het vlees een uur uit de koelkast is, is het op de goede temperatuur. Mocht u hier geen tijd voor hebben, probeer dan in ieder geval te zorgen dat de procureur minimaal een kwartier uit de koelkast ligt.

Finishing touch

Vervolgens braadt u de procureur een half uurtje in een braadpan in een scheutje bakboter of olijfolie. Peper en zout kunt u naar smaak toevoegen, maar is niet per sé nodig. Haal de procureur uit de pan, serveer hem samen met de wortelen, lente-ui en bijvoorbeeld aardappelpartjes, en geniet er van!

Dit heerlijke recept met procureur en gekleurde peen is te vinden in het boek van Jamie Oliver ‘5 ingrediënten’, wat u hier kunt kopen!

– Robin Timmers